Ga naar hoofdinhoud

Installatie van de hardware

info

Tijdens het installatieproces moet u te allen tijde rekening houden met de bepalingen van de veiligheids-, onderhouds- en wettelijke mededelingen.

Model OM1

Hardware-installatie

Muurmontage

Afbeelding 1Afbeelding 2
  1. Meet het gatenpatroon voor de montagemogelijkheden nauwkeurig op.

    tip

    De SmartgridOne Controller heeft een gatenpatroon van 80mm x 63mm (B x H).
    De schroefkop mag niet groter zijn dan een diameter van 7mm (bijvoorbeeld, een universele schroef van 4 x 40mm wordt aanbevolen).
    Voor een vlakke montage, zorg ervoor dat de schroeven niet meer dan 8mm uit de muur steken.

  2. Plaats de benodigde schroeven in het oppervlak waar de SmartgridOne Controller zal worden gemonteerd, en zorg ervoor dat ze stevig zijn bevestigd.

  3. Stel de SmartgridOne Controller zorgvuldig uit met de geïnstalleerde schroeven en schuif deze op zijn plaats. Zorg ervoor dat deze stevig is gemonteerd.

DIN-rails montage

Afbeelding 1Afbeelding 2
  1. Bevestig de DIN-rails montage aan de SmartgridOne Controller met behulp van de meegeleverde schroefgaten.

  2. Bevestig de SmartgridOne Controller zorgvuldig aan de DIN-rail. Zorg ervoor dat deze stevig is gemonteerd.

    notitie

    DIN-rails montages moeten apart worden besteld.

Elektrische installatie

Voedingsbron

De SmartgridOne Controller heeft een 12V (2A) gelijkstroomvoeding nodig die is aangesloten via een 5,5mm plug. De benodigde voeding is inbegrepen in het leveringspakket.

Aansluiten van de interfaces

Zie de ondersteunde apparaatgidsen en de bedradings- en connectiviteitsrichtlijnen voor de aansluiting van apparaten.

Netwerkverbinding

De SmartgridOne Controller moet altijd worden aangesloten op een bedrade (RJ45) netwerkinterface om betrouwbare communicatie en functionaliteit te waarborgen. Zie ook de bedradings- en connectiviteitsrichtlijnen.